Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat de omstandigheden voor de woningbouw slecht zijn. Volgens de minister zijn er vorig jaar meer woningen bij zijn gekomen dan verwacht, voorziet hij een forse dip in de woningproductie van 2024. Hugo de Jonge moet opbouwen naar 100.000 nieuwe woningen per jaar. Vorig jaar werden er 75.000 nieuwbouwwoningen gebouwd en ongeveer 15.000 bestaande panden werden tot woning omgebouwd.
Het kabinet wil voor 2030 het aantal van 900.000 nieuwe woningen gehaald hebben, maar dat gaat volgens het Economisch Instituut voor de Bouw gaat dat moeilijk worden. Het instituut gaat uit van een daling van 3,5% dit jaar en in 2024 zou de daling op maar liefst 5,5% uitkomen. Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting waarschuwt al een tijdje voor de problemen die het moeilijk maken om woningen te bouwen en blijkbaar is hij niet in staat om samen met het kabinet tot een oplossing te komen. Je zou bijna denken dat Hugo de Jonge een incapabele minister is.
De Jonge verzint het de ene uitvlucht na de andere en behalve af en toe een brief aan de Tweede Kamer sturen doet hij er weinig aan om de problemen in de woningbouw op een concrete manier op te lossen. Volgens Hugo de Jonge is er te weinig personeel, zijn materialen te duur en ook de oorlog in Oekraïne draagt er volgens de minister aan bij dat Nederlanders 12 tot 20 jaar op een woning moeten wachten. Tenzij je particulier gaat huren natuurlijk.
Toch gaat Hugo de Jonge nu toch iets proberen wat ze in de Tweede Kamer heel vaak doen. Er geld tegenaan gooien. Want in de politiek denkt men dat je alle problemen oplost door er onnodig veel geld aan te verspillen. Denk bijvoorbeeld aan het klimaatprobleem. De minister van Volkshuisvesting trekt 500 miljoen uit om de problemen in de woningbouw wat te verzachten. Briljant!